Er is een zee van licht
waar mijn exotisch rijk is opgericht
Ik, Guandi, God van oorlog
en strijder voor rechtvaardigheid,
weet dat jij lotusbloem
geboren uit de bloesems van verlangen
met zoete nectar aan de nevels
van mijn dromen blijft hangen.
Ik noem je vrouwenbloem en adem van het leven;
je hart is als een brede waaier open gegaan
door een schittering waaraan ik niet kon weerstaan.

Er is een zee van licht
waar mijn exotisch rijk is opgericht
En daar word je nooit naakt en berooid
maar steeds blijf je met fijne geuren getooid.
In tederheid omfloerst je dag en nacht.
Je bent in schoonheid puur en zacht.
En ik, Guandi, die bij de Goden leef,
hunker naar jou,
sereen maar met een helse pijn,
want zelfs ik, een God,
zal altijd van jou verwijderd zijn.