Ik zal het niet leren, blijf me steeds
bezeren aan flinterdunne splinters
gelegen in mijn huid, ik krab, ik kras
ik kus, ik lik, ik was, alleen
het komt er maar niet onderuit.
Ik drink het glas halfvol en jij toast
naar overgave, ik proost voor
nog een halfje en vecht steeds door,
hoe kan ik mij neerleggen
naast het gevecht dat ik verloor.
Na jaren van strijd, raak ik leeg
van vertrouwen en dit steeds
maar niet kwijt, tot er
geen palen meer zijn,
enkel stenen om te bouwen,
aan nog meer jij
en steeds minder ik,
laat me vrij
voor ik stik.