Ik kijk naar de hemel,
Naar de sterren en de maan,
Die zijn hier zo ver vandaan,
Wil ze aan raken,
Maar kan niet bij ze geraken,
Nog steeds kijk ik naar de hemel,
Want hij betoverde mij,
Met zijn zee van licht,
Ik ga op een rivier vol ijs staan,
Nog steeds kijk ik om hoor,
En denk “daar wil ik heen”
Voel me zo alleen,
Plots kraak er iets,
Ik kijk naar het ijs,
Onder mijn voeten zit een barst,
Ik wil weggaan,
Weg van het ijs,
Maar ik beweeg me iets te snel,
Het ijs onder mijn voeten breek,
En het wordt een grote spleet,
Voor zichtig ga ik terug,
Maar aan het einde van de rivier blijf ik staan,
Daar is het ijs zo dun als papier,
En kijk voor de laatste keer om hoor,
Ik sla nog een laatste keer een zucht,
En dan is het gedaan voor mij,
Het ijs breek,
En ik val in het ijskoude water,
Kan niet zwemmen,
Ik verdrink in het water,
Daar ging net mijn laatste zucht,
Nu ben ik waar ik wou zijn,
Bij de sterren en de maan,
Hier ver vandaan...