Het onweer
Weerbarstig krullen grauwe wolken
als in de greep van
een onwrikbare macht
draaien zij in kolken
het is een onweer dat ons wacht.
Het is de toorn der natuur
gejaagd door winden
die door deze macht
geen richting kunnen vinden
in de stikdonkere nacht.
De wolken die botsen en trillen
in een angstaanjagend gedonder
door temperatuurverschillen
veranderd plots het weer
een donderbui valt op ons neer.
Bliksemschichten spugen vuur
alsof de hemel brand
het is de ongekende kracht
van de natuur
die boven ons ontbrand.
Dan opeens is het voorbij
de wind is weer geluwd
wolken worden weer
één richting opgeduwd
er valt geen regen meer.
De natuur komt weer tot rust
haar toorn die is uitgeblust
zo zij de rust verstoorde
laat zij de nacht alleen
de stilte is sereen.
DdJ