De baron van Lombardijen
De baron van Lombardijen, ging eens te voet naar Gilze Rijen. Hij was wel een hele vent, maar dit was voor hem toch ongekend. Het lopen was niet zijn liefste bezigheid, daar, wanneer hij zich verplaatst, hij altijd in een rijtuig rijd. De barones, zijn lieve vrouw, snapte niet dat hij dat wou. Zij waarschuwde hem, dat hij niet te hard moest draven en zich op tijd diende te laven. Zij maakte zich dan ook erge zorgen, nadat hij was vertrokken op die morgen. Doch zij had er in berust, nadat hij haar ten afscheid had gekust. Wel welde bij haar een traan, daar zij haar gade had moeten laten gaan. Hoelang zou die voettocht wel niet duren? Toch zeker vele uren. De baron stapte steeds maar voort, hij liep van oord naar oord en kwam hij mensen tegen, die groette hem dan heel verlegen.
Want een baron die ging te voet, moest heel devoot worden begroet. Dit was een onbeschreven wet, waar nauwgezet op werd gelet. Want ja een baron dat is een edelman, waarmee men niet zomaar een praatje maken kan. Verschil dat moet er wezen. Zeker bij een heer als deze. Hij slofte via Barendrecht en Dordrecht, door de slijk naar de Moerdijk. De Moerdijkbrug die stond echter open, dus kon de baron niet verder lopen. Toen sprong de baron in het geniep heel kordaat in het Hollandsdiep. Hij was gewoon niet af te remmen en bereid het Hollandsdiep over te zwemmen. Maar ja het grootste water waar hij ooit in zat, dat was een bubbelbad. Zo is het er toen van gekomen, dat hij een te groot risico had genomen. Lang nadat bekent werd dat de baron werd vermist, lieten vissers de barones weten, dat zij de baron hadden opgevist bij Tiengemeten. De baron van Lombardijen die kwam nooit aan in Gilze Rijen.Haar verdriet was groot, want de baron was dood.
Dd J.