En nu zijn er dagen verder, drie om precies te zijn. Precies de pijn die je verwacht, maar dan erger, erger nog dan erg. Voordat je versterkt komen dan die tranen. Je geeft jezelf een week en neemt een maand. Maar niet bij mij. Niet deze keer. Omgedraaid, weggegaan, zo vreselijk genaaid. Maar wat kun je nog in zekerheden, met beloftes van misschien.
Want dat is minder dan ik verdien. Dus die week werd vandaag een dag. Ik denk niet meer aan je lach, je ogen en hoe je nooit echt hebt bedrogen, maar altijd bij haar lag. Ik zeg je dag, en huil niet meer. Het doet geen zeer dat zweer ik. Want zeg me nou eens eerlijk, nu is het mijn tijd om te liegen.
Maar nooit zal ik bedriegen of echte leugens laten. Ik zal je nooit meer vragen, om eindeloos te praten. Nooit meer praten om niets te willen zeggen. En nooit meer zeggen dat ik aan je denk. Ik mis je niet, ik wil je niet meer zien en ik zal doen of ik nooit van je gehouden heb. Ik leef niet meer in bijna’s, wacht niet meer op morgens en ik doe nooit meer aan misschien.