Twee gitaren bij open vuur,
betreeld door zigeunerhanden,
op een rusteloze avond, in het late uur,
doen mijn herinneringen stranden.
Zij weten niet, dat diep in mij,
een triestheid, opnieuw zal branden,
uit mijn jeugd, wild en vrij,
relexterend door hun handen.
Speel zigeuners, speel voor mij,
laat de snaren zingen,
speel de gitaren fier en blij,
niets kan mij bedwingen.
Mijn hart is zwaar, mijn hoofd is licht,
laat me weer eens dromen,
ik wil drinken tot ik zwicht,
en al die nachten, die gaan komen.
Laat me lachen, drinken en dansen,
om mijn zorgen te verdrinken,
wat geeft mij, nog nieuwe kansen,
laat me glas weer klinken.
Alsjeblieft, geef me weer de morgen,
kom, en haal de wijnen uit de doos,
ik wil geen pijn, verdriet en zorgen,
maak me dronken en gevoelloos!