In gedachten liep zij over het strand
Haar blik dwalend, over de zee, naar de horizon
Voelend hoe de golven zich uitrolde tot haar voeten
En bij het terugtrekken van het water naar de zee
namen zij tegelijkertijd haar dromen mee
Zonder dromen wandelend over het strand
De kou snijdend op haar gelaat
Tranen op haar wangen
Was ze even, heel even bewust van haar
Waardeloos leven