Ze glijden als bloedhete, doodgezwegen woorden
over mijn bleke wangen
waarom, dat was voor niemand te verstaan, toch
fluister ik tevergeefs
zelfs ik begrijp niet waarom ik vast blijf houden
aan dit soort verlangen
nee, er zijn dingen die niemand, ook ik niet,
van zichzelf weet.
In mijn wereld van zwart wit geeft grijs geen licht
zout en bitter maakt geen plaats voor zoet
angsten herinner ik me omdat iets ontastbaars er
niet meer is
tranen wegslikkend, bitter van de pijn die ik aldoor voel.
Ik bid voor dagen die wellicht nooit zullen komen
vraag om verlichting voor gevoelloosheid, pijn
misschien is het waar dat het vals is te hopen
maar ooit op een dag verlang ik dat het hier stil zal zijn.