‘Die donkere ogen in dat mooie gezichtje doorboorden mij ziel. Ze praatten tegen mij, alsof ze mijn gedachten kon lezen en precies wisten wat ik voelde. Tegelijkertijd wist ik ook dat het moeilijk zou worden, zo niet onmogelijk, om haar te krijgen.’
‘Iedere keer dat ik ze zag en dat ik háár zag, werd het gevoel steeds intenser. Haar lach maakte mij blij; gaf me een warm gevoel. Een gevoel dat niemand me kon geven, zelfs Angela niet. Ik probeerde het te negeren, weg te wuiven. In het begin lukte dat nog wel, maar het werd steeds moeilijker.’
‘Toen Angela overleed, dacht ik dat mijn wereld instortte. Niets was belangrijk meer. Ik verdronk mezelf in meelij, melancholie, Jack Daniels en Nat King Cole. De week had slechts één lichtpuntje voor me: de woensdagmiddag, als zij langskwam.’
‘Ook al was ze nog zo jong, ik wist dat ze me begreep. Ze hoefde dat niet uit te spreken. Haar aanwezigheid was voldoende. De knuffels die ik kreeg, waren overgoten met kinderlijke liefde. Maar ook met passie. Passie die niemand anders mij kon geven.’
‘Elke woensdag deden we hetzelfde. Ze was verzot op mijn camera en helemaal op de flitser. “Mag ik weer sterretjes zien?” Hoe kon ik dat lieve meisje dat nu onthouden? Het was steeds hetzelfde ritueel. Eerst gingen we naar de slaapkamer, waar ze de oude kleren van Angela aandeed. Wat was het toch een mooi meisje. Nadat ze verleidelijk naar de flitser en ook naar mij keek, om vervolgens als een echt model op de foto te gaan, gingen we samen op de foto. Lekker samen dollen en allerlei poses aannemen.’
‘Maar we eindigden altijd met dezelfde foto. Angela had vlak voor haar dood een heel mooi jurkje gemaakt, dat als gegoten zat om haar tedere lichaam. Dat trok ze dan langzaam aan en dan kwam ze bij mij op schoot zitten. Eerst met haar gezichtje naar mij toe, spelend met mijn stropdas. Ze rook altijd zo lekker; de gedachte van haar geur doet me weer opleven. Na een heerlijke passievolle knuffel draaide ze zich op mijn schoot rond, om vervolgens paardje te rijden.’
‘De eerste keer vond ze het vreemd, maar wat wil je als ze net zeven jaar oud is. “Ome Jan, heeft u nu in uw broek geplaatst?” “Nee lieve Laya, ik heb niet in mijn broek geplast. Soms “knoei” ik, omdat je mij zo blij maakt. Maar dat is helemaal niet erg, dat vindt Ome Jan juist fijn.” Ze vond het wel grappig en toen ze zelf ook ging "knoeien", vond ze het nog leuker.’
‘ “Ik vind dat tintelende gevoel heel fijn, Ome Jan.” “Ik ook, lieve Laya. Maar onthoud één ding: alleen wij samen kunnen dat tintelende gevoel krijgen. Dat komt door de flitser. Dat maakt het speciaal voor ons. Alleen wij mogen dat van de flitser. Dus we kunnen het ook tegen niemand zeggen. Dit moet ons geheimpje blijven, okay lieve Laya?” '
' “Okay, Ome Jan. Zolang wij het maar fijn hebben en we blijven tintelen.” ’