Dromend van het paradijs
hoor ik als van boven
gezang dat op een walvis lijkt
Het zijn de wilde ganzen
op tocht naar het zuiden
donkere wolken van leven
koersend op landen
met warme stranden
Madeira, Malta, Tunesie
of zelfs de Malediven
Als de wind voor kort neerligt
hoor ik hun vleugels klieven
Ze zullen bij Charleroi
moeten duiken door de rook
van zware industrieën heen
jaloerse blikken trekkend
van zusters in stalen kooien
met volle magen en vette levers
kale plekken in hun veren tooien
In de Camarque vliegen ze dan
(ze vliegen nooit om)
pas echt voor hun leven
misschien zelfs al voorbij Lyon
als het schroot hun om de oren fluit,
de snavels nog steeds pal op zuid
Velen zullen een eind over de helft
verzwakt in de Middelandse Zee
storten
met het einde in zicht
als prooi voor een haai wellicht
maar de meesten komen aan
gaan nesten in voor ons
uit het noorden
wonderschone
vakantieoorden
Ik sta op en kijk
verslapen uit mijn raam
De vogelschaar drijft
in de verte weg
gevolgd door een blik
vol spijt:
mijn net nog schone auto
zit compleet onder
de vogelschijt
29 augustus 2005