Het rad is vol
de reuzen
bengelen hun benen
ze lijken zo klein van hier
beneden wordt naast
de prijzen gegrepen
en knalt de disco
luid in de oren
van wie het wel of niet
wil horen
gemengd met
hop hop hop hop hop
Spinnen waar niemand
bang voor is
behalve de tandarts
en verderop botsen
niet alleen de scooters
lampen, spiegels, drukte,
hitte, sirenes en toeters
Tussen de vreugde
ritselt wat zwartgeld
en uit het zicht
de kleine hokken
zonder licht
waar de jongen
van de kermis
vannacht in huist
Met op zijn arm
een scheef blauw hart
dat altijd smacht
naar een lief
met lang blond haar
of die dikke
in te strakke spijkerbroek
die hij net een gratis ritje gaf
Maar hij verzamelt
slechts plastic penningen
en blijft in zijn hoek
met een leeg soort pijn
tot en met dinsdag
als de ritten
voor de halve prijs
zullen zijn
19 augustus 2005