Haar kindervinger deed hem kijken
In de verte, drijvend op een briesje lucht
‘Kijk, daar gaat weer een vlucht’
Naar vogels, die van zoverre reizen
Hij, die zachtjes het hoofd had geschud
Maar toch naar het tafereel bleef kijken
En zijn ogen maar niet kon wijken
Van het schouwspel in de lucht
Hoe zijn lentedagen zo dichtbij schenen
De wereld die hij kende, hoe hij
Dikwijls zichzelf zo groot meende
Een vaderarm om haar zij
Had de jeugd als een herinnering verdwenen
Als de vogels op die dag in mei
Auteur: -MoonFlower- | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 08 maart 2010 | ||
Thema's: |