Stil sta ik op de hoek te dromen
en voel de leegte in mijn bestaan
van alle kant zie ik problemen komen
kan soms de eenzaamheid niet aan.
En wachtend, ik weet zelf niet waarop,
vergaat de tijd in slechts weinig tellen
en holt uit als steen onder waterdrop
die uiteindelijk een oordeel vellen.
Leeg is mijn hoofd van ’t wachten
wachten op een zinvoller bestaan
er is toch meer licht dan de nachten
zonder schijnsel van de flauwe maan.
Stil blijf ik op die hoek staan dromen
weet niet welke kant ik ooit zal gaan
zoek een nieuwe weg die moet komen
als ik aan de andere kant zal staan.