Warrig als een ezelsoor nam zij de woorden uit zijn hoofd.
Gelukkig maar. Want hoewel ze in konijnenpak nog amper meer was dan een sletje en hoe respectloos dat ook klinkt: hij had die nacht gewoonweg meer behoefte aan een voorwerp dan een mens.
Zijn verlangen was dan ook meer apetijt dan lust en van gevoelens was totaal geen sprake.
Het werd weer winter in zijn hoofd en zijn bed was als een sneeuwtapijt in de woestijn van elke sfeer ontdaan. Op zo'n momenten zorgde een mentale weerbaarheid er voor dat zijn orgasme in een wolk van bandeloos cynisme wou verdwijnen en derhalve eindeloos werd uitgesteld.
Bijgevolg was zij al meermaals klaargekomen voordat hij er uiteindelijk de brui aan gaf.
Voor het overige was het veel te kil; afstandelijk, mechanisch haast, maar zij genoot wel erg van de beweging en die afstand tussen hen.
Hij haatte het echter...Hij haatte haar; maar zo nam zij dus toch maar weer die godverdomse woorden uit zijn hoofd.
Ze krulde zich toen samen als een foetus en keek gelukkig en tevreden naar zijn nors gelaat alvorens ze haar ogen sloot. Hij wist nooit goed of ze zo sliep of niet, want altijd lag ze vredig stil. Haar haren krulden als een deken om haar zij en haar prachtig rozerode tepels waren onmiskenbaar tekens van haar schoonheid.
Op dat moment moest hij haar plots wel teder kussen en omhelzen.
Hij streelde haar intiemer dan voorheen en het donzige gevoel van haar zwarte bosje schaamhaar dat vluchtig langs zijn vingertoppen gleed, bracht nu wel de opwinding en het intens genot dat bij zo'n lichaam past.
“Waarom kon ik niet beter zijn voor haar en moest ik ook weer huilen in haar nek toen ik vervolgens kwam?”
Hij had maar wat graag toen een aureool van koper opgezet, om in het rode licht zijn heiligheid te doen verbleken. Het deksel van een steelpan kon volstaan, maar hij vond ze niet.
Hij hield van het moment waarop hij heiden werd; een ketter die als geen ander weet dat vleugels worden overschat; soms heb je welhaast paardenhoeven nodig -of toch minstens bokkenpoten- om vrijuit te kunnen vliegen.