Dicht bij mijn huis
er stonden wat kinderen
omheen, niet te dichtbij
ik duwde ze als volwassene
van achteren opzij
lag een hand
op de grond
die in het volle zonlicht
nu eenmaal geen genade
van de schaduw
ondervond
bleek was de hand
de rug als van een vrouw
haren ontbraken bovendien
een uitdagende lak
de palm was niet te zien
hij had nog al zijn vingers
als in een soort van kramp
en onder iedere nagel
een nadrukkelijke
zwart met rode rand
niet geheel bij toeval
kwam ik daar voorbij
en ik zocht ook niet
naar de rest
blikken van kinderen
kunnen soms zo vreselijk
hinderen
betrapt omschrijft
zo’n moment helaas
het allerbest
11 november 2005