Ik ben krankjorum met letters in de war
alsof zij het gemis kunnen opvullen.
Ik ben gedachteblind verminkt,
slachtoffer van de verloren waarschuwing
die nog galmend mijn hoofd doorspit
maar al snel in nieuwsgierigheid verdrinkt.
Nu zijn enkel letters zichtbaar, wanneer
ik aan je denk, en snak naar een pixel van
jouw gezicht, als ophemeling,
en vermenigvuldiging van euforie
Het besef dat de gedachte verdwenen is,
en ik nooit meer de beelden kan delen
duwt me steeds verder van je af, ik strek
mijn armen niet meer en laat je langzaam los.