Wijs nooit naar iemand die je niet kent
Leg uw hand eerst op je hoofd zodat je jezelf kent
Niemand is volmaakt op deze aarde
Vriendschap heeft voor iedereen heel veel waarde
Al de een arm of rijk
Toch zijn wij allen een beetje gelijk
Op school leerde men spreken
Wat goed en kwaad op aarde was
Soms hebben wij raar opgekeken
Toen er iemand naar voor moest in de klas
Toen konden wij al reeds lachen
Om iemands schuld de moeite waard
Al moest die ene na schooltijd wachten
Wij kenden toen nog niet veel kwaad
Later als wij ouder worden jaar na jaar
Dan beseften wij al ras
Iemand scheef bekijken zonder een gebaar
Denkend aan de eerste klas
Een bakkersknecht of bankierszoon
Pastoor of een minister job
De ene klein de ander een heel groot loon
Heeft u werk of staat u aan den dop
Wij zijn toch allen mensen onder elkaar
Wijs nooit iemands fouten aan
Ook ik doe zelf al eens onklaar
Daar kun je van op aan
De fouten gemaakt door groot en klein
De een wat meer de ander min
Denk nooit mij krijgen ze niet klein
Iedereen moet toch zijn putje in