In het duister van de diepste catacomben,
voetstappen, licht als een zuchtje wind,
doolt een eenzame geest rond,
zoekend naar het bevrijdende doel.
In het duister van de diepste catacomben,
geen mens waagt zich hier,
het licht is al lang vergeten,
zon slechts een vage schim, van een herinnering.
Ooit was dit anders.
In het duister van de diepste catacomben,
fluisteren stemmen, in een reeds uitgestorven taal,
zij spreken over andere tijden,
maar nooit verstaat men hun verhaal.
In het duister van de diepste catacomben,
vonden velen al hun graf,
onder vele lagen, goed verscholen,
waar lichamen vergaan en geesten dolen.
Onrust tot in de eeuwigheid.
In het duister van de diepste catacomben,
waar geen levend wezen nog om maalt,
waar slechts de doden leven,
waar de geest geen rust kan vinden,
en daar stierlijk van baalt.
In het duister van de diepste catacomben.
Dood, onrust, vullen de ruimten met een vreemde sfeer,
alsof de geesten keihard schreeuwen:
Wij willen dit niet meer!
Dood in het duister...