Mijn hart omhult in warme watten,
Mijn voeten banen zich een weg,
Over zachte schapenwolken,
Kan het amper nog bevatten,
Is het goed als ik deze weg afleg,
Of wordt hij bekleed met onzichtbare dolken.
Mijn donkere kleed wordt afgegooid,
Verjaagt door die warme gloed,
Die jij in mij weet los te maken,
Mijn binnenste wordt ontdooid,
Geen flauw benul van wat je met me doet,
Maar het voelt beslist heel goed.
Zacht worden tranen weggevaagd,
Langzaam mijn verdriet weggejaagd.
Mijn lichaam wordt gedragen,
Op een zachte zomerbries,
Mijn hele wezen voortgeblazen,
Een persoon die mij zo weet te behagen,
Waar ik met zekerheid voor kies,
Die als een wervelwind mijn leven kwam binnen razen.
Mijn ogen stralend als de zon,
Mijn gevoel zo vol leven,
Onverwacht als een donderslag,
Jij kwam, jij zag en overwon,
En ook al is het maar voor even,
Ik hoop dat ik hiervan genieten mag.
Zacht worden tranen weggevaagd,
Langzaam mijn verdriet weggejaagd.