Gezeur van jou aan mn hoofd.
Mn handen jeuken, ik wil je slaan
wil je vermoorden.
maar dan komt hij, ik val.
bof.
wartaal
meer wartaal
langzaam zie ik weer.
de ogen op mij gericht
ik lach wil op staan
maar zit vast.
vast geketend.
mes bungelt boven me