Nu hoor ik je stem
breekbaar als kristal
in het diepste van mijn ziel
en op de vleugels van de liefde
buig in het hoofd en kniel.
En kniel waar ooit
het avondrood je wangen kleurde
en ons samen zijn naar liefde geurde.
Nu gaan de wolken haast bedeesd voorbij
en vormen in de lucht je naam voor mij.
Ik raak je teder aan
in klankloze pijn en stil verdriet.
Mijn ogen zoeken maar vinden je niet.
Toch ben je voelbaar in al mijn dromen
omdat je altijd in mijn hart blijft wonen.