Mijn poëzie bestaat uit een bankje aan de maas, het zonnetje met als partner de ochtend bries die danst door mijn haren.
3 eendjes die zwemmen naar het brood, wat een oud krom dametje ze toewerpt.
Mijn poëzie kan je ruiken, het ruikt naar madeliefjes en mandarijnen en nog altijd die 3 mooie eendjes zwemmend in de verte.
Daar gaat dat vrouwtje op haar fiets, zwart met mooie glimmende chromen velgen.
Mijn poëzie kan je proeven, vandaag 3 boterhammen met hagelslag, had ik maar drinken meegenomen.
Kijk ze vliegen
Mijn poëzie is wie ik ben, of is het andersom.