(Voor mijn vrouw)
Er is geen woord
dat niet van liefde spreekt
omdat jij bloem wordt
in het ochtendlicht,
omdat je ogen
als een glimlach
op mijn hart worden gericht.
Je leeft in mij,
je tintelt op mijn warme huid.
Je hand die mij beroert
en streelt
blijft als de tover
van een jonge bruid.
Ik heb mijn lippen
om je hals gedaan.
Ik heb de lente
in je blonde haar zien staan.
En boven de zachtheid
van je roze schouderbogen
plant ik mijn liefde
on je grote blauwe ogen.