Kwellend rouwde de ziel
waarbij het hart in oneindige stukken,
verscheurd als oud papier, vloeiend
in de wind mee dwaalde naar aarde.
Zoals gewoon huilde ogen in droefenis
terwijl ze zout verloren,
door eeuwig sterven.
Het was als zo gewoon, waarin
hij niet besefte hoe verward
zij achter bleef, in stille momenten.
luchtig zaken op orde stelde,
gewoon voor zijn eigen gemoedsrust.
en daar lag zij, wenend tranen
die opeens niet meer bestonden
omdat gewoon genoeg, genoeg was.
Auteur: Persoon | ||
Gecontroleerd door: | ||
Gepubliceerd op: 19 mei 2010 | ||
Thema's: |