zo doorzichtig,
maar toch zo moeilijk te vermijden.
ik sta niet op de zelfde grond waar de anderen staan.
ik voel geen samenhorigheid,
want de grond waar ik op sta is genaamd naar eenzaamheid.
niemand die mij zomaar omhoog krijgt.
mijn emotie om vriendelijk te zijn wijzigt naar onzekerheid.
met god aan me zijde,
hoeft bijna niks fout te gaan.
met god aan me zijde zal er zelfs geen eenzaamheid ontstaan.
zo moeilijk om me gezicht te verbergen,
terwijl ik mezelf moet tonen.
woorden die blijken,
maar zijn dat wel echte feiten.
niks die naast me is helemaal niks om me heen.
de woorden die blijken zijn 'je bent zo alleen'