Gevangen in angst was er geen ruimte
adem te halen voor twee,
gedachten sluiten buiten realiteit
bevriezen zonder vergeten.
Nu adem ik je lucht en hou je
op de puntjes van mijn lippen,
verdraai mijn maag en zou je
zo graag een plekje delen.
Ik verstop je niet in wanhoop,
erken de kou waarop jij stierf
breng leven in je onschuld
die ik altijd heb ontkent.
Ik kon je niet beschermen,
hier was geen ruimte voor
een kwetsbaar bestaan, maar
in mijn plaats is er hart voor jou.