Het wazige beeld en de oren.
Net ontwaakt van het duister en droomland
in het wazige beeld.
Waar de contouren zichtbaar
maar de hardheid van het ouder worden
zich nog niet tonen.
De drie in één bril op het nachtkastje naast mij
varifocus met meekleurende glazen.
Het meest practisch gebleken,
geen gezoek of leesbril vergeten.
Altijd van dienst ook in de zon.
De oren met het eeuwige geluid,
waarvan ik maar net moet doen alsof het normaal is,
of er niet is, anders wordt je gek.
Gedwongen de aandacht te verplaatsen
ga ik op zoek in de spelonken van de geest
om de ziel te ontdekken
overal en nergens.
Anders voel ik mij zo ziels alleen.
Verloren.