De,dat,het
Het gevoel,
Het doel,
Het verdriet,
Dat het vergiet,
De pijn,
De schijn,
De gedachte,
Wilt het verzachten,
Het geheel,
Het deel,
Het gebruik,
Het verscholen luik,
De zorgen,
Het verborgen,
De blijheid,
De strijd,
Het licht,
Het zicht,
Het duister,
Het gefluister,
Het leven,
Het geven,
De tijd en tijden,
Om de wereld te verblijden.
xx