ij en ik, zijn een ziekte
je hebt me besmet, ik ben besmet
ik wil je voelen, samen afkoelen
ik ben geraakt, jij verslaafd
ik wil je kussen, steeds weer sussen
dat vuur in je ogen, steeds opnieuw
je laat me dwalen, zo bewogen
jij en ik, steeds weer
ik blijf maar dromen, opnieuw bekomen
als een donderslag bij klare hemel
hier kom ik, ik wil niets
wil niet bestaan, kan niets ontkennen
laat ons praten
jij en ik, wil je steeds strikken
stop maar voor ik iets onderneem
je hebt me besmet, ik ben gered
uit die eindeloze strijd, met tijd
ben nu niet boos, ik verafschuw je
ik wil je weer, net als die keer
enkel jij en ik