Ik ben de eindeloze nachten,,
nu eigenlijk wel meer dan zat.
Laat me terug gaan naar de tijd,,
dat jij me nog noemde, je grote schat.
Ik ben het zat om elke nacht,,
mezelf met tranen te kalmeren.
Het is niet dat ik niet kan lachen,,
dat wil ik niet gaan beweren.
Het is gewoon zo gelopen,,
dat ik de vreugde niet meer voel.
Ik word gewoon steeds banger dat ik,,
iets ander zeg dan ik bedoel.
Van binnen ben ik verdrietig,,
dat ik mezelf niet meer goed ken.
Ik krijg telkens maar het gevoel,
dat ik zo anders als anderen ben.
En in de lange, zware nachten,
denk ik na over alle die dingen.
Het maakt het moeilijk om te slapen,
het laat zich gewoon niet verdringen.