Je voelt altijd pijn als je iemand loslaat,
Alsof die naar een andere wereld heengaat.
Plots stromen de tranen over je wangen,
Je blijft zo hard naar die persoon verlangen.
Alle mooie herinneringen,
Hoe wij een fout begingen.
Al die leuke dingen,
Die me als ’n vrolijk,klein kind deden lachen & zingen.
Ik voelde me goed ik voelde me blij,
Maar toen opeens ging je weg van mij.
Een steek in men hart,
Ik was zo verward.
Hoe kon dat zo’n pijn doen?
Wie zou mij dan troosten met ’n lieve zoen?
Je deed me zo’n pijn,
Hoe kon ik nu gelukkig zijn?
Ik herkende je niet meer,
En vergat je, ook al deed dat zo’n zeer.
Maar onze mooie tijden die vergeet ik nooit,
spijtig dat je alles zo hebt vergooit.
Maar nu besef ik dat ik beter af ben zonder jou,
Want het was jou fout jij liet me in de kou.
Nee nu is het mijn beurt om je te laten voelen hoe kil je was,
Je weet half niet hoeveel pijn het deed als ik die harde woorden las.
Voor zo’n mensen als jij is er geen plaats in men hart, in men leven,
Dus waarom zou ik nog om jou zo gezegde gevoelens geven.
Het is voorbij, gedaan, afgelopen,
Je moet niet meer hopen.
Ik ga men leven, leven en zijn wie ik ben,
Weet dus goed: ik heb jou niet nodig.