Je tik in mijn gezicht gloeide
werd een mokerslag die me vloerde
vormde later een gevoelige kater
die jij als excuus opvoerde
Zo vaak luisterend naast je
wanneer monsters in jou zaten
hielp ze verbannen, vergat eigen plannen
zodat jij het weg kon praten
Nu vult schijngeluk je leven met licht
hebt mij niet meer nodig
laat me voor dood in een goot
ben ik blijkbaar dus overbodig