Jij bent
De heldere lentedag
Die mijn
Psychotische winter
Doet vervagen
Jij bent
De beukelaar
In wiens luwte ik schuil
Jij doet me luisteren
Naar het fluisteren
Van de bomen
Het zingen van de merels
Het zuchten der wolken
Jij bent
De hand die uit
Het niets verscheen
En me meevoerde
Naar ijle hoogten
Waar we rondzweefden
Zoekend naar de nectar
Des levens
Diep verscholen
In bloem en bloesem
Waar velen naar zoeken
Maar slechts weinigen vinden
Want ze is slechts te plukken
Langs de ondoorgrondelijke wegen
Die iedereen volgt
Als vogels in vrije val
Totdat je mij achterliet
In de schaduw
Van de beukelaar
Waar de tranen
Van de wolken
Omhoog vielen
En ik luisterde
Naar het huilen van de aarde
Want jij bent
Het stof dat dwarrelt
In het duister licht
Dat in de bladeren
Van de beukelaar speelt
En ik denk niet
Dat een man een vrouw
Ooit zo lief had
Als ik jou...