Wanneer dood mij heeft meegenomen,
op haar zachte donkere vleugels,
de engel des doods me de adem heeft benomen,
en ik me laat leiden door onaardse teugels,
praat dan over hoe leven met mij was,
verdrink niet in aards gemis en verdriet,
want jullie tranen vormen een plas,
waarin je de weerspiegeling van aardse pijn ziet.
Wanneer dood mij heeft weten te verleiden,
haar zoete lippen aan de mijne kleven,
en ik stop met strijden,
in dit aardse leven,
denk dan aan het leven in mij,
laat dat voortleven
het verdriet en de pijn voorbij,
leef met wat er is gegeven.