Terschelling
De rust om mij heen,
geeft mij de rust die ik nodig heb.
Ik voel de wind,
ik hoor de zee,
maar ik hoor of zie niemand.
Een voor een komen er gedachten in mij op,
zoals de schelpen een voor een aanspoelen op het strand.
De tranen die inmiddels over mijn wangen rollen,
zijn als de golven die het strand aanraken.
Ze komen met grote snelheid aan,
beroeren je
en verlaten je zachtjes en ongemerkt.
De wind waait door mijn haar
en verjaagt een voor een mijn gedachten.
Zoals ook mijn voetstappen,
door de wind worden uitgewist