water sijpelt in oude grond
gelummelde takken staan
met allen op ze kluitje
haar wortels wroetelen dieper
gewoon, natuurlijk, omdat ze moeten
maken plas op de plaats
voeden zich met stevige kleien
blaadjes wapperen luchtigjes
aan tere here trouwtjes
het lijkt wat chaotisch een geheel
zo'n hout met wat tig touwtjes
en springerig wit gebloemzoen
dat is echter ongegrond
stormt u er maar lusjes op af
dan geef ik buigend mede
ja, ik staat me mannetje
en het vrouwtje - zij aan zij
belevend aan de ketting
zelf uitgekozen, roept ze verrukt
verdomme! - bijna het gedicht
met wortel en pot vertrokken