Kijk me eens aan, niemand kent mij nog zoals vroeger.
Een kleine meid, stilletjes in een hoekje.
Gaf nooit geen grote mond, liever maakte ik geen ruzie.
Ik was het kneusje van de klas, eigenlijk was ik best een pussy.
Niemand zag mij en werd elke gepest.Het leek op kattekwaad, maar ik raakte gestrest.
Het was niet best, nooit durfde ik wat te zeggen.
Kon men moeder niks vertellen, want dan werd het pesten erger.
Op de basisschool, shit, het was een klote tijd.
Iedereen liep toen al met liefjes, niemand zag toen wat in mij.
Want ik was het kneusje, het nerdje van de klas.
En als ik naar huis wilde lopen, werd ik steeds weer opgewacht.
Ze wisten niet wat ze mij hadden misdaan.
Ik heb een klote tijd gehad, omdat zij mij steeds weer moesten slaan.
Waar haalden zij het lef vandaan en waarom is het ooit begonnen. Ik Haatte al die meisjes, zogenaamd de stoere chickies.
Waarom moest mij dit nou gebeuren, waarom had ik altijd die pech.
Waarom was ik altijd degene en werd ik elke dag gepest.
Waarom niet hun die moesten lijden?
Waarom heeft niemand mij geholpen, bleven zij alleen maar kijken?
Tot op een dag, ik was het zat om zo te leven.
De laatste druppel was gevallen, ik was genoeg vernederd.
Diezelfde chickies wouden weer een slag gaan slaan.
Maar opeens knapte er iets en ik begon eens terug te slaan.
Ik sloeg ze links en rechts en brak iemand zijn kaak.
Tot mijn verbazing kon ik ze nu de baas.
Het voelde raar, maar het pesten was voorbij.
Opeens was ik niet meer zo klein, ik was niet meer het seutje dat ik was.
Opeens hield het op en werd de stoerste van de klas..