Daar staan we dan.
Lettertjes razen rond in mijn hoofd,
zoekend naar iets om te zeggen,
een chaos van onderwerpen die prikkelen op mijn tong,
maar verborgen blijven, onverdeeld
net als een gesprek,
dat ontelbaar keer in mijn gedachten heeft gespeeld
Een torentje van woorden, zinnen,
in stapeltjes achter gesloten lippen,
die ik open ruk
maar de woorden storten in
zodat geen zinnig woord je bereiken kan.
Daar gaan we dan.
Weer gescheiden
weer apart
omdat ik niets te zeggen had.