Bent U het heer, die in de spiegel
mij steeds aankijkt, keer-op-keer ?
U heeft mij immers naar Uw beeld
geschapen
Bent U het, met die stralende ogen,
die gulle lach, het liefdeteken in de
ogen, die slechts ons welzijn gedogen ?
Ogen vol vreugde, zonder pijn,
ogen, die niet kunnen doden ?
Bent U het heer, die in de spiegel
mij steeds aankijkt, keer-op-keer ?
U heeft mij immers naar Uw beeld
geschapen.
Bent U het, met die doffe ogen,
die arrogante lach, het euro-teken in
de ogen, die geen tegenspraak gedogen ?
Ogen vol chagrijn en venijn,
ogen, die kunnen doden.
Mijn vraag aan U: "Hoe ziet de mensheid er nu werkelijk uit?