De zon staat op
de dag met zich meebrengend
Maar, ergens is iemand verlaten
Gevangen in een labyrint
waar geen mens een weg in vindt
Verloren in een labyrint
waar niets eindigt
niets begint
hij kijkt omhoog
en voelt zich hulpeloos
hulpeloos als een kind
Hij ziet de zon
die de droom in zijn ziel verblindt
hij wou zweven
hij droomde ervan te zweven,
te zweven door de lucht
steeds maar hoger en hoger
HIJ ZWEEFT
hij denkt nog na
hoe hij zijn angst overwon
maar
hij let niet op,
komt te dicht bij de zon
zijn vleugels zijn niet echt
alleen met was aan hem gehecht
Smeltend in de zon,
de middagzon
Hij stort in zee,
neemt al zijn dromen met zich mee
hij wou te veel,
meer dan zijn deel
Nog één keer
spreidt hij wijd zijn vleugels uit
Zijn laatste keer
zijn lied is uit
voor altijd