Hier sta ik dan, mijn ziel ontmanteld door een hart.
Blinkend, onzeker als een pasgeboren hertenjong.
Zwevend over de onstabiele wolkenvelden,
Sta ik hier nu voor jou, als met een afgehakte tong.
Ik heb wel honderdduizend boeken in de aanbieding
Maar niet één kan ik ook maar even openslaan.
Ik denk bij mezelf, ’t gaat misschien beter als ik zing
Maar ik weet niet welke noot ik aan moet slaan
Dagen duren eeuwig, nachten blijven altijd slapen
Ik wil je zoveel zeggen, maar kom niet verder dan
Ik hou van jou, ik wil voor jou de hele wereld kapen
Jouw verschijning houdt mijn woorden in de ban