Als ik je uit zou moeten leggen hoeveel ik voor je voel, zou ik je vertellen over de ouders van een pas geboren lammetje, die zielsveel van het lammetje houden en dol gelukkig met haar zijn. Dat is wat ik je dan zou antwoorden.
Als ik je uit zou moeten leggen hoe blij ik met je ben, zou ik je vertellen over een lammetje dat voor het eerst leert lopen, rennen en springen. Een wereld gaat voor hem open en hij is er dol gelukkig mee. Dat is wat ik je dan zou antwoorden.
Als ik je uit zou moeten leggen hoe kapot ik zou zijn als jij niet meer om mij heen zou zijn, zou ik je vertellen over een lammetje dat zonder zijn ouders verder moet leven, of juist andersom. Over een lammetje dat niet buiten kan spelen, of die niet eens weet wat buiten spelen is. Over een lammetje die zijn vriendjes leuk zien spelen, maar het zelf niet kan omdat die ziek is, of zelfs niet kan lopen. Over een lammetje dat niet te eten krijgt, of juist te veel, alleen maar voor het vlees. Daar zou het lammetje en omstanders kapot van zijn. Dat is wat ik je dan zou antwoorden.
Als ik je dit allemaal uit zou moeten leggen, zou ik waarschijnlijk antwoorden dat ik veel van je houd, erg blij met je ben en niet zonder je zou kunnen. En dat allemaal omdat ik het niet voor me wil zien hoe eenzaam dat kleine lammetje wel niet moet zijn zonder jou.