Eenzame Kerstweg
Voetstappen vóór mij in de sneeuw
gestapt door een bevroren sneeuwman
die schuin neerkeek op zijn peeënneus
leidde mij naar de bruine kroeg.
Dikke vlokken dwarrelden op mijn,
met namaakpels, gekraagde winterjas.
Ik stapte de kroeg binnen en vroeg
koffie met verwarmende borrel
Hemels smakende koffie
doorstroomde mijn innerlijke lijf.
Aan de borrel nippend
knipoogde ik naar de witte sneeuwpop
die daar buiten stond
onder de lichtende lantaarn en
mij de eenzame weg wees
door deze koude, witte Kerstnacht.