Al kijkend in je ogen word ik mee
Genomen door een stroom vol rozenlucht
Gewillig zweef ik met de zoete zucht
Verlangend naar verbinding van ons twee
Al drinkend uit je blauwe ogenzee
Ontmoet ik vrouwe zon, de gele lucht
Verwordt helrood, ze dooft, het waar gerucht
Bereist het hele land, ik zwijg gedwee
Je zwarte iris licht als volle maan
Verbeelding, sleutel onbekende deuren,
Beziet je daarin bij een beekje staan
Je kust het warme water, stroom van geuren
Bedwelmd besluit ik achterna te gaan
Om nog je lippensmaak te kunnen keuren