Een eenzame man,
zat verdrietig op een rots;
De dieren zagen hem
en vervoegden zich.
Ze vroegen waarom
hij verdrietig was.
Hij zei:" Ik wil zien,
als de allerbeste"
De adelaar gaf hem zijn ogen.
De man was nog steeds verdirietig.
De dieren vroegen hem weer,
wat hij nog nodig had.
De man zei " Ik wil de sterkste zijn.
De panter trad naar voor
en gaf hem zijn kracht.
Nog steeds was de man verdrietig.
Wederom vroegen de dieren,
wat hij nog nodig had.
De man zei " Ik wil de sluwste zijn.
De vos kroop naar hem
en schonk hem zjn sluwheid.
Maar nog steeds was de man verdrietig.
Nogmaals vroegen de dieren,
met wat ze voor hem toch nog konden doen.
De man zei " Ik wil de gifstigte zijn.
De slang zei "Ik geef je mijn gif"
Toch bleef de man verdrietig.
Wederom vroegen de dieren,
hoe ze hem konden helpen.
Hij vroeg hun om de slimste te zijn.
En de uil zei op zijn beurt:
"Ik geef je niet mijn wijsheid,
want je zou de mensheid
kunnen uitroeien en moeder aarde vermoorden."
Na lang na denken,
besliste de man,
al de gaven
aan de dieren terug te geven.
Want hij was bang,
om eenzaam te leven,
op een plaats die niet bestond.