Ik spring energiek uit bed
en terwijl ik de radio aanzet
en mijn telefoon zoek
schiet ik in een broek.
Raap mijn trui van de grond
en stop een hap brood in mijn mond.
Al kauwend pak ik mijn tas
ren door naar mijn jas
en gris deze van de haak
terwijl ik een veter vastmaak.
Ik hinkel al over de stoep
als ik ineens keihard **** roep.
Ik zak neer op de grond
en kijk eens goed in het rond.
Ik haal mijn telefoon tevoorschijn
en auw, dat doet pijn.
Het moment dat ik het zag
het was zondag!