Gedichten Pyramidestrijd week 1
*
Het was bar
was het niet later dat wij elkaar rakelings
misten in de conversatie met alleen oog
voor het glas dat danste in het schijnbaar
schaarse licht?
de toost en de dronk werden beste vrinden
voor zolang wij elkaar kunstig ontweken;
zo zag geen van beide ons hopeloos
verlopen gezicht
wallen vertelden verhalen van vroeger
maar ach, wie luistert er nog?
zoals ik al zei: het was bar
was het niet later dat wij elkaar rakelings
misten in de conversatie met alleen oog
voor het glas dat danste in het schijnbaar
schaarse licht?
06-01-2011
Deelnemer 2
*
Kruimels in vooruitzicht
Vele kruisingen passeren
soms rechts, soms links, maar liever
recht-door-zee, richting jou mijn liefste
zonder langzaam voort te kabbelen
in deze moedige speurtocht
Met mijzelf in een middelpunt
is zowel min tien als vijftien even naar
dus verlang ik enige medewerking
van de koning, ter bescherming
Geen woelende kristallen
tussen blaren van tenen
zich een weg banend naar datgene
wat tot dusverre gevoelloos is,
dus laat mij zwoegend verdienen.
Deelnemer 5
*
Spijtslijten
ik was er toen je struikelde -
over je eigen grote ego gleed
en dat je mij van alles verweet
en nooit geweten hebt – of al die tijd
vergeten bent dat ik er was
het geeft niet dat de dag verwaait
mijn hart vriest vast en waar je staat
ben ik niets waard – zie ik je haat
het spijt me dat ik niet beter ben
en je niet ken zoals jij mij
de scherpste scherven snijden zacht
want ik verwacht niets meer van pijn
nu alle randen rafelloze vlaktes zijn
en ik me nooit meer kwetsen laat
want mijn emoties zijn te stomp
Deelnemer 7
~*~
Verassend
vergeten vijanden kuchen, stikken
terwijl ik niet denk aan de keren
dat ik verwurmt werd, de thee
goedgetrokken heelt mijn keel
schoorvoetend schuift de toren
tot lafheid op de drempel achterblijft
dan luidt het vonnis vrijspraak
het zwaait en wuift en juicht
vlammen likken mijn schenen
terwijl mijn voeten dansen
gelakte tenen, verhit felrood
het is schaakmat
Deelnemer 1
*
Geleden tijd.
We bogen de wind om onze handen
en tegen de stroom in voeren we weg
naar een plaats, een huis dat alleen
in onze hoofden mocht bestaan.
We voerden onszelf dronken, schonken
de dageraad in glazen ’s morgens vroeg
maakten matrassen kapot zonder slapen.
Alles wat we wilden was voor ons.
Maar van een liefde leven komt ongeluk
zo braken de muren en alle ramen lekten
tot plots de vloer wegbrak onder ons.
Hoe scheiden wegen al aan de bron
een droom geleefd is een nacht geleden
wanneer je vleugels wijken voor de zon.
Deelnemer 6
*
Berouwd
Zeverend zoekt ze zoals niemand dat kan
handen grissen gretig over het tafeltableau
gister zat hij hier nog, fier tegenover haar
vanmorgen hervond zij hem daar,… morsdood.
Geen spoor, geen haar, geen schilfertje huid
had verraden hoe ziek hij was, al maanden
geen grimas, geen frons of getraande respons
emoties verbannen om leed te besparen.
Nu ligt ze levenloos in zijn silhouet
haar gevoel vloekt bij het witte tafelkleed
somber strijkt ze plooien glad en grieft
nimmer in haar leven was ze ooit zo verliefd.
Deelnemer 8
~*~
Door merg en huid
Je verdrijft de stilte die mij opsluit
met verlangen dat naar binnen druipt,
nu jij het stof van mijn lippen kust
kietelend door mijn maag heen kruipt.
Een vinger op mijn huid strelend zacht
land op gewonden nervositeit en
dan jouw stem, felzeker en hard,
waarmee je diep naar binnen glijdt.
De controle kwijt, ik geef me over
dreun alle muren tegen de grond
kreun genot door m’n spieren heen
ontvang de streling uit jouw mond.
Deelnemer 3
*
Mijlslaarzen
het is de weg van hier naar daar die zegt
dat lopen moet en uitlegt over zwart
hoe zwarter zwartst het zachte pad verhardt
tot blauwe voeten ( stenen in gevecht)
en dat die bloeden moeten tot een recht-
er teen begeeft tot een geval apart
dat liggen blijft nadat het rotten start
een stukje leven niet meer aangehecht
verloren kwijt verdwenen spijt, geléérd
dat alles onderaan begint – altijd –
en dan pas naar de rest van ‘t lichaam glijdt
organen snijdt en ‘t pompen vierkwart keert
zodat het lijf tot het bot is verteerd
en nimmer hart of ziel nog leven lijdt
Deelnemer 4
*
Verafzichtelijk
je gezicht ontrekt zich
aan mijn geheugen
als een woord
op het puntje van m'n tong
ik zag je haast gaan
met veel te grote tas
lopend naast je schoenen
ver weg - ver van mij
Deelnemer 9
Succes deelnemers
& Juryleden!