Er viel een stilte over de wolken,
maar ik kon de stille woorden vertolken.
Er kwam muziek uit de zon,
voordat ik geluid maken kon.
Er stond een raadsel in de lucht,
waarom ben ik toch voor je liefde gevlucht?
Er waaide maar 1 zin door de bomen,
waarom ik niet tot jou hart kon komen.
Er fluisterde maar 1 persoon in mijn oor,
waarom ik mijn droom verloor.
En achter al die dingen stond 1 iemand,
helemaal ginds achter aan de bosrand.
Met prachtige ogen en een leuke lach,
zou ik willen zeggen dat ik hem zo graag mag.
Maar te ver weg van het hart en zo vaak in gedachten,
ben jij diegene die in mijn dromen me toelachten.