Hij schrijft brieven aan de maan van jongs af aan was er die brandende noodzaak om het gevoel te vangen in woorden, ook het verlangen moest omschreven. De tragische omstandigheden boden genoeglijk gezelschap, de onvolwassen rijmelarij gaf luwte aan de stormen in zijn hart en hoofd. Het gaf de onschuld die was geroofd een kans terug te keren, althans zo geloofde hij
toen nog. Schuchter begon hij om zich heen te kijken zien of hij kon lijken op iemand van naam, het valt niet mee. Hij schrijft brieven aan de maan, ze komen daar niet aan, de zin van zijn bestaan,
op losse schroeven, al is ook dat zo nu en dan niet echt van belang. De dagelijkse worstelingen om de dingen om ons heen te kleuren met al de geuren van het alfabet zet niet altijd direct de lente in. De zin waaraan het dan ontbreekt verbleekt al dat er is,een droefenis zo verhaalt hij later. De nuances dansen terwijl halsstarrige clichés de glazen blijven vullen, hij kon soms lekker lullen.
Hij schrijft brieven aan de maan, ook naar de NASA voor een baan als postbode. Hij kreeg hierop enkel de respons dat een dergelijke baan op het moment nog niet bestond. Ook vond hij in Rusland geen gehoor door een gebrek aan hardere valuta ze boden echter wel een enkele reis en een parachute aan.
Het vreemde land waarin zijn gedachten dwalen is ver soms van deze wereld, altijd onderweg en boven langs zo af en toe. Hij blijft daar ook soms even zitten om te zien of er misschien een reden langs komt fietsen maar niets dat hier op lijkt al die tijd hoe zeer hij ook probeert. Men beweert dat hij sterren ziet en als ze vallen uit verdriet een liedje voor hen speelt, tegen het eelt op zijn ziel vertelde hij ooit eens. Er spelen zaken in het duister huiveringwekkend en obsceen, de gloed van het vuur waarheen hij vertrokken is verschijnt maar verdwijnt met de zon, hij kon niet winnen, niet alleen.
Hij schrijft brieven aan de maan, ga d'r maar aan staan.